Gedichten Parkfestijn 2018

Parkfestijn 2018:
Hieronder de 3 gedichten die zijn opgedragen tijdens het parkfestijn 2018. Als laatste een citaat uit het dagboek van Anne Frank. Dit stuk is voorgelezen door enkele leerlingen van de Walewyc Mavo.

Joep Trommelen (stadsdichter) 

Deze kastanje geeft nooit op
Sprak ik hier een jaar geleden
En toch is dat wat jij nu wil

Anne kijkt nog immer mee
Ook naar deze brief aan jou
Die haar boom laat sterven

Wie ben jij, vertel ons
Waarom jij dit doet
Schrijf het op als je durft

Of moet ook dit gedicht kapot?
In je radeloze zwarte drift
Waarin jij je ziel verloor

Leg eens uit wat je bezielt
En voeg misschien iets toe
Aan peilloze zinloosheid

Je houdt ons zo wel bij de les
Dat kwaad vele gedaanten kent
En deze kastanje nooit opgeeft

Wij sluiten de rijen aaneen
Rond de boom  die blijven zal
Jij hebt bij voorbaat verloren.

————

Bea de Jongste     –   Neem even de tijd.

Neem even de tijd,
Kijk nu maar om je heen
Neem even de tijd,
Hoe prachtig alles is.
Neem even de tijd,
Hoe fijn dat we hier samen zijn.
Neem even de tijd,
En denk we zijn vrij,
Neem even de tijd,
Om vooral niet bang te zijn.

————

Marian Mahieu-Stokwielder   –  Verwond

Een verwonde boom
als symbool

van eeuwig verwond leven

De boom liefdevol toegedekt.

Haar leen eeuwig afgedrukt….
zelfs afgeplakte pagina’s

losgepeuterd
van Anne

zwerven ze de wereld rond.

Deze verwonde loot van Annes boom
in dit wandelpark

representeert

alle wonden van de wereld

alle meisjes die geen vrouwen werden

alle jongens die nooit man zullen zijn

————

Kinderen van de Walewyc Mavo lazen onderstaand citaat voor uit het dagboek van Anne Frank.

Zaterdag ,  12 februari 1944
Lieve Kitty,
De zon schijnt, de hemel is diepblauw, er waait een heerlijke wind en ik verlang zo – verlang – naar alles… Naar praten, naar vrijheid, naar vrienden, naar alleen zijn. Ik verlang zo… naar huilen! Ik heb een gevoel in me of ik spring en ik weet dat het met huilen beter zou worden; ik kan het niet. Ik ben onrustig, loop van de ene naar de andere kamer, adem door de kier van een dicht raam, voel m’n hart kloppen alsof het zegt: “Voldoe toch eindelijk aan mijn verlangen.”
Ik geloof dat ik het voorjaar in me voel, ik voel het lente-ontwaken, ik voel het in m’n lichaam en in m’n ziel. Ik moet me in bedwang houden om gewoon te doen, ik ben totaal in de war, weet niet wat te lezen, wat te schrijven, wat te doen, weet alleen, dat ik verlang…
Je Anne.